" A house is
not a home until it has a dog "
Gerald Durrell
Frankrijk, Réserve du Mont Valier augustus 2024
Het echte werk.
Aan de Pyreneeën hebben we mooie herinneringen. Dagtochten, maar vooral meerdaagse tochten maakten we er, veelal vanuit Frankrijk de Pyreneeënkam - en grens - overstekend naar Catalonië. Nu begint ook voor Fay en Bliss het echte werk, ze gaan wandelen in de serieuze bergwereld. Ze hebben onderhand aardig wat kilometers gemaakt. De afstanden hebben we steeds iets langer gemaakt. In La Alpujarra hebben de beide hondjes al kunnen ruiken aan de echte bergen en nu gaan ze ook overnachten in ons tentje op meerdaagse tochten. We hebben allereerst een ronde van 40 km in de planning met drie overnachtingen in Réserve Domaniale du Mont Valier.
De route overlapt een deel van Pass'Aran, de zesdaagse tocht die we hier twee jaar geleden hebben gelopen. Zes dagen vinden we nog wat te gek, vandaar deze relatief korte meerdaagse tocht. Het terrein is vaak veeleisend, een paar kilometer per uur is de maximale snelheid. Met andere woorden; in tijd gemeten zijn het best lange etappes. Lac Bethmale ligt prachtig verscholen in de bossen en is geliefd bij vissers. Op de parkeerplaats staan een aantal campers, we denken dat deze mensen hier hebben geslapen. Wij parkeren de onze ertussen en gaan op stap met goedgevulde rugzakken en twee enthousiaste hondjes; ze hebben er zin in na 1350 km autorijden. Ook wij zijn er aan toe, het is alweer twee jaar geleden dat we in de bergen hebben overnacht. Het bosrijke berglandschap spiegelt prachtig in Lac Bethmale. De laatste drukte is bij het hutje aan Lac Bethmale waar de bbq brandt. Daar beginnen de fraaie bospaden en het klimwerk. De GR10 loopt hier ook, deze volgen we een tijdje door de bossen. Het is behoorlijk warm, we lopen een klein stukje op asfalt waar Fay en Bliss kunnen drinken bij een drinkbak voor vee, waar continu fris water instroomt. Vooral Bliss neemt het ervan, een koude halve liter gaat er wel in. Dan arriveren we op de parkeerplaats op Col de la Core, er staan een aantal auto's geparkeerd. Vanaf hier is Étang d'Eychelle vrij gemakkelijk bereikbaar en vast een geliefde dagtocht, we zijn namelijk niet de enigen die hier omhoog gaan.
Er komen een viertal mannen de berg af en bij de auto juichen ze en gaan de wandelstokken in de lucht. Aan het formaat rugzakken is te zien dat ze een meerdaagse hebben voltooid. We kennen dat gevoel maar dat is nog ver weg, wij beginnen net. Halverwege de route naar Étang d'Eychelle treffen we een stel Nederlanders, de man heeft een kind op zijn rug, dat moet ook wel zwaar zijn. Hij vindt het 'heel vet' dat wij gaan overnachten in de bergen. Wij vinden het op onze beurt 'heel vet' dat zij hun kind bergwandelen met de paplepel ingeven. Met drie liter water in de rugzakken hebben wij het onszelf met de start ook niet makkelijk gemaakt maar het is warm en alle beekjes staan droog, ook Fay en Bliss krijgen water uit de fles. Aan het pad staan veel smakelijke frambozen. Een bescheiden waterval komt precies op tijd, hier kunnen de beide dames onbeperkt drinken.
Na nog een klein stukje klimmen staan we aan Étang d'Eychelle. Het is bijna windstil en de bergwereld spiegelt ook hier prachtig in het meer. Aan de overkant liggen twee stellen te zonnen. We nemen ze het niet kwalijk, het grasland aan dit schitterende meer leent zich er uitstekend voor. Wij zoeken een bivakplaatsje aan de andere zijde. Als de zonaanbidders zijn vertrokken nemen we een duik in het meer, dit is het betere werk; geen warme douche maar een frisse duik in een bergmeertje. We hebben bovendien nu het meer voor ons alleen. Tot zonsondergang zitten we aan de waterkant van Étang d'Eychelle. Fay en Bliss liggen languit in het gras, ze slapen heerlijk in de buitenlucht. Het is windstil, het water is helemaal vlak, geen rimpeltje te zien. Eten aan de waterkant, een mok koffie en thee erbij; perfectie! Echt koud is het niet. Op de imposante bergen aan de overzijde van het meer horen we schapen blaten. Ze klimmen helemaal omhoog, we zien ze op de kam lopen. Achter ons houden zich twee vreemde vogels op, we zien ze niet maar horen hun eentonige geluid de hele tijd. Een enorme libelle doet niet anders dan de waterkant van Étang d'Eychelle verkennen. Zo nu en dan springt er een vis uit het water in de jacht op insecten, een paar waterrimpels achterlatend in het rode strijklicht van de ondergaande zon. "Wanneer heeft iets voor het laatst je verwachting overtroffen?" Dat is de tekst op het label aan het theezakje van Ageeth. We zijn het er gauw over eens: dat is Étang d'Eychelle, zomer 2024, waar we nu de nacht gaan doorbrengen.
Patous.
De volgende ochtend is het onbewolkt, we ontbijten aan de waterkant met water met melkpoeder en brinta. Enkele vissers arriveren al mooi op tijd. Zo is zelfs vissen een sport te noemen, eerst 500 hoogtemeters klimmen. De eerste wandelaars zijn iets later. Een twaalftal roofvogels, we denken gieren, circelt hoog in de lucht boven ons. Wij pakken de boel bij elkaar en gaan op pad. De kudde schapen die we gisteravond laat hoog in de bergen zagen zijn nu iets lager in het dal, waar ons toch wel heel fraaie wandelpad doorheen loopt. Bij de schuilhut Cabane d'Eychelle komen twee Border Collies blaffend naar buiten gestoven. Fay en Bliss reageren nauwelijks en laten de beide Borders hun gang gaan, even kennis maken, wat snuffelen en door. Een joekel van een Patou reu heeft het geblaf gehoord en komt polshoogte nemen. Een waaks blafje is alles wat ie laat horen.
Hij escorteert ons de kudde door op gepaste afstand. Een tweede Patou loopt ons op het pad tegemoet. Hij heeft een kadaver in zijn bek. Geen tijd om waaks te reageren, zijn collega's mogen het oplossen. Hij verlaat met zijn eten het pad en neemt zijn welverdiende pauze. Patou nummer drie en vier zijn inmiddels ook alert. We worden nu van alle kanten in de gaten gehouden terwijl we door de dalkom lopen waar zeker ook een paar honderd schapen staan. Om de kudde heenlopen kan niet, ze staan overal. We gaan er dwars doorheen. Fay en Bliss zijn heel braaf, negeren de schapen én de Patous; niets aan het handje. We concluderen steevast: maar goed dat we Kayo, onze eerste Dalmatiër reu, niet bij ons hebben; die zou zonder meer de confrontatie zoeken met zo'n Patou. Het pad naar de bergkam Col de la Crouzette, waar we over moeten steken is prachtig, alleen ontbreekt drinkwater. Fay en Bliss krijgen weer water uit de drinkfles. Op Col de la Crouzette is het uitzicht best goed. Er staat een fotogeniek stenen kruisje.
Bij Cabane des Espugues is een bron waar we de voorraden weer aanvullen. Het water is ijskoud en dat gaat er wel in. De volgende bestemming, Étang de Milouga, kennen we nog van Pass'Aran, het ligt heel mooi in de machtige bergwereld. Een duik in een bergmeer zo halverwege de wandeldag is erg verfrissend, onze halve roedel gaat erin. Ageeth en Bliss letten op de spullen aan wal. Poppy is een Australian Shepherd die we ontmoeten bij het bergmeertje. Hij is helemaal verliefd op Fay en Bliss en volgt ons als we op Chemin de la Liberté beginnen aan de steile klim naar Col de Pécouch. Zijn baasje kan roepen wat ie wil maar moet Poppy uiteindelijk zelf halen. Ietsje verderop staat Poppy alweer bij ons. Tot drie keer toe laat ie zijn baasje bergop rennen. Dan is het welletjes en moet hij aan de lijn. De klim is steil en de metalen treden zijn voor Fay en Bliss lastig. We helpen ze hier en daar. Het traject over granietplateaus omhoog is pittig maar de beloning, het uitzicht boven op Col de Pécouch, is formidabel. Étang Rond en Étang Long liggen wel heel mooi ingesloten tussen de bergen. We komen een Nederlander tegen die zijn smartphone leeg heeft en een afslag heeft gemist. Hij moet naar de GR10 en met de papieren kaart uit onze rugzak plannen we zijn route er naartoe. Hij heeft wel een hele dag om gelopen op zoek naar de GR10. 'Bergwandelen is soms improviseren' zegt ie en dat klopt. Zonder smartphone zouden wij onderhand ook niet veel meer kunnen. Dit is ook de eerste keer dat de papieren kaart tevoorschijn komt. Na de pittige afdaling naar Refuge des Estagnous zijn we er redelijk klaar mee en nemen eerst een koude rakker op het terras. 'Sans alcool' natuurlijk, want we moeten nog door. Onze bestemming is Étang Rond waar we gaan overnachten.
De afdaling naar het meer is weer schitterend, er stroomt veel water en de bloemen bloeien uitbundig. Fay doet nog even een zwemrondje bij een watervalletje met precies voldoende water om te kunnen zwemmen. In plaats van een lange zomeravond aan de oever van het meer krijgen we een dikke bui regen. Onweer blijft uit, het is niet meer dan wat gerommel in de verte. Fay en Bliss slapen er doorheen, moe en voldaan.
GRT.
Dag drie begint met nevel die telkens optrekt uit het dal van Le Ribérot. Dit is onze bestemming, ook wij moeten improviseren. Aanvankelijk was Étang Long het volgende doel maar we hebben besloten een iets kortere weg te nemen. De route langs Étang Long is veeleisend weten we nog van Pass'Aran en het weer wordt onstabieler. De opkomende zon en de mistflarden die proberen grip te krijgen op de dalkom van Étang Rond zijn schitterend. Afwisselend zonnestralen en mistflarden die de omringende bergen om en om verlichten en inpakken. Uiteindelijk verliest de zon het. Voordat we gaan lopen schuilen we in onze tent voor een onweersbui. Na de bui is het inpakken en wegwezen. Er staat een stevige bries en de tent is in no time opgedroogd. De GRT route is prachtig, soms steil en een stukje gezekerd met staalkabel. We moeten over een smalle richel. Fay en Bliss doen het goed, wij vinden het nog het spannendst. De harde wind maakt het soms lastig om het evenwicht te bewaren. Het begint weer te spatteren, we hijsen ons in gore-tex en Fay en Bliss krijgen hun regenjasjes ook aan. Warm is het niet, zeker 10 graden verschil met gisteren en misschien wel meer. Door de harde wind voelt het nog kouder. De GRT is werkelijk schitterend, veel bloemen en watervallen.
Bij de brug over Le Ribérot nemen we pauze, net als een groep Spanjaarden die we bij de afdaling al twee keer tegen zijn gekomen. Ze zijn net iets sneller dan wij maar ons excuus is die zware bepakking. Het is nu windstil en we kijken uit op Cascade de Nérech; het water komt tientallen meters over gladde rotsen naar beneden. Met de voetjes in het water is het genieten, kopje koffie en thee erbij, wie doet ons wat. Bliss neemt een powernap terwijl Fay stenen probeert op te duiken in Le Ribérot. Wel zijn we iets jaloers op de groep Spanjaarden, die eten broodjes met wellicht Bethmale kaas. We doen het de hele dag op een Brinta ontbijtje. Verderop op de GRT lopen we in de bossen met rotsblokken begroeid met mos, het doet nog het meest denken aan het Mullerthal als we een vergelijking moeten maken. We zitten alweer onder de 1000 meter als we de brug over Le Ribérot oversteken en de GR10 gaan volgen. Hier zal die Nederlander van gisteren zijn afslag hebben gemist, hij is de GRT gaan volgen die ook rood-wit is gemarkeerd. Pluspunt voor hem is dat ie nu twee fantastische dalen heeft gelopen met dat schitterende uitzicht vanaf Col de Pécouch op 2462 m.
De GR10 gaat door het bos omhoog en is technisch gemakkelijk. Dat is helemaal niet verkeerd, we beginnen de beentjes te voelen. 900 hoogtemeters gaan we nu klimmen naar Cap des Lauses. Zodra we boven de boomgrens een geschikte bivakplaats treffen stoppen we. De route volgt Ruisseau d'Aouen stroomopwaarts. De oevers zijn steil, bivakkeren aan het water gaat niet lukken dus dan maar doorlopen. Het aantal bloemen hier is ongekend, in elke kleuren bloeit er wel iets. Heide is er in overvloed net als Alpenroosjes. Verder onder andere paarse Brunel, Duifkruid en Hoornviooltjes, gele Hypericum, rose Anjers en Knoopkruid en gele Rolklaver. Vanuit het dal komt de mist weer heel snel opzetten en binnen enkele minuten lopen we in de wolken. Om te klimmen is het nog best aangenaam even geen zon. Voor de vergezichten is het dramatisch natuurlijk. De enkele malen dat de zon doorbreekt en het dal van Ruisseau de Lazié deels verlicht is het moment om de camera te grijpen. Op deze hoogte treffen we geen water meer, we gaan door naar Étang d'Ayes. Het is nu de hele tijd mistig en het begint al te schemeren. Door de late start na de bui en de lange pauze bij de waterval zijn we laat. Étang d'Ayes komt uiteindelijk in het zicht in de nevel en dat is er weer een plaatje om in te lijsten. Pas tegen tien uur werken we ons eten naar binnen, half elf kruipen we er al in. Fay en Bliss slapen al lang, deze dag was vrij zwaar. s'Nachts begint het te regenen en het stopt niet meer.
Mist en regen.
De vierde dag pakken we alles kletsnat in en verlaten dat fraaie Étang d'Ayes. We hebben er praktisch geen foto's van. Het is zo'n 20! graden kouder dan eergisteren, volledig in gore-tex en hondenjasjes vertrekken we voor de laatste etappe terug naar Lac de Bethmale. Volgens onze gegevens kunnen we de hele tijd de GR10 blijven volgen.
De smartphone met navigatie gaat, net als de camera, veilig in de rugzak. Het pad is soms nog best technisch, snel gaan we niet. De regen maakt soms plaats voor motregen of mist. Het pad is soms meer een beek. Water, water en nog eens water. Veel zien we niet, foto's maken is er niet bij. Op Col de Auedole liggen de wegwijzers her en der in het gras. Geplastificeerde printjes op hout geniet, met een harde wind vliegen ze eraf.
De GR10 staat nog wel aangegeven en we volgen de roodwitte markering. Op een relatief droog moment checken we onze locatie en komen erachter dat we op Col de Auedole verkeerd zijn gelopen, we zijn al een flink stuk richting Col de la Core en besluiten niet terug te gaan. Als we toch met regen en mist in het bos lopen maakt de locatie niet veel meer uit. Bergwandelen is soms improviseren hebben we pas geleden nog gehoord. De GR10 loopt blijkbaar iets anders dan we dachten. Misschien stond er op Col de Auedole ooit een aanwijzing naar Lac de Bethmale, wie weet waar de wind die heeft gebracht. Na vier dagen en ruim 40 kilometer bergwandelen zijn we terug bij Lac de Bethmale. Onze kleine California voelt heel luxe en met stoelverwarming aan gaan we naar camping Le Haut Salat in Seix waar we eerder stonden, in de wetenschap dat daar de faciliteiten zijn om onze uitrusting te wassen.
Cascade d'Ars.
Na een rustdagje is het tijd voor een dagtocht met lichte rugzakken. Terwijl onze meerdaagse uitrusting opdroogt lopen we wandeling nr. 50 uit Rother's Wanderführer Pyrenäen 2 naar waterval; Cascade d'Ars. De Belgische eigenaar van Auberge des Deux Rivières in Pont de la Taulé adviseerde ons deze waterval te gaan bekijken omdat er zoveel regen was gevallen het afgelopen etmaal.
Daar weten wij alles van. We hadden 'm al aangevinkt dus er op uit. Volgens de beroemde ontdekkingsreiziger Henry Russell is het de mooiste waterval van de Pyreneeën. Zo'n trekpleister trekt veel bekijks, we zijn dan ook niet de enigen die deze wandeling ondernemen. In Aulus-les-Bains parkeren we de California bij de andere 99 auto's in de bocht van de D8F weg. Daar is een bescheiden parkeerplaats maar daar is het aantal auto's veel te groot voor. Het pad is breed en gemakkelijk de eerste kilometers, verderop wordt het iets uitdagender, mede omdat er veel regenwater stroomt. Het uitzicht op de waterval is prachtig, maar de massale opkomst van mensen vinden wij minder. De meesten stoppen op zo'n 1250 meter hoogte. Rother gaat dan nog door tot 1485 m. Daar ontvouwt zich een mooi landschap waar Rivière d'Ars richting de waterval slingert en waar her en der mensen hun pauze nemen. Zo ook wij, aan het water met de voetjes in Rivière d'Ars. Het water is ijskoud. De balans opmakend besluiten we anders af te dalen. De GR10 gaat door naar een bergmeertje en er is volgens onze gegevens een wandelpad vanaf de GR10 naar Aulus-les-Bains. Het pad is nat en uitdagend. Op de hoogvlakte bij Cabane de Guzettou is de ondergrond net veen; zompig en verend. Étang de Guzet ligt verstopt in de bossen en leent zich goed voor een pauze. De wandeling is afwisselend, open landschap, bossen en glooiend landschap met varens. Twee alternatieve paden naar beneden zien we nergens, de derde is een duidelijk pad met gele markering naar beneden naar Aulus-les-Bains. Het bospad is technisch gemakkelijk maar door de regen is het spiegelglad soms. Zonder wandelstokken zou het niet te doen zijn.
Aan de glijsporen van onze voorgangers schatten we in hoe te lopen. Fay en Bliss hebben veel meer grip en menen dat ze wel kunnen rennen en spelen. De rustdag na onze vierdaagse bergtocht heeft ze goed gedaan. Na een hele serie haarspeldbochten, enkele spagaten én een telemarklanding zijn we veilig terug in Aulus-les-Bains, waar geen bank is en creditcards niet worden geaccepteerd. Ons laatste kleingeld besteden we aan een eenvoudige maaltijd bij Bar Restaurant l'Étape.
Gieren.
Rother heeft nog een kamwandeling omschreven in de buurt van krap 6 uur lopen met pakweg 1000 hoogtemeters. De route overlapt een deel van Tour de Biros, een vierdaagse bergtocht in deze regio. We parkeren in het dorpje Balacet. De kleine parkeerplaats is vol maar een aardige Fransman wenkt ons en zegt dat ie met twee minuten weg is. We zijn maar weer eens blij met onze California, die neemt dezelfde ruimte in als een middenklasse auto. Col de l'Arraing staat al aangegeven, dit is waar de rondwandeling begint na 400 hoogtemeters stijgen door het bos en door velden met varens. Hoog in de lucht tellen we zeker 20 roofvogels. Het pad is makkelijk en stijgt lekker snel. Op Col de l'Arraing staan de schapen tussen hekken, dat vinden wij niet erg. Een Border Collie bij de kudde lijkt wat waaks en schiet uit de startblokken als een wandelend Frans stel met een Aussi passeert. De Fransman laat de Border in duidelijke Franse taal weten hier niet van gediend te zijn, de Collie druipt af. Wij lopen even 25 meter om voor de zekerheid, ons Frans schiet nog tekort. De dag begon onbewolkt maar nu probeert de nevel grip op de zaak te krijgen. Na Col de l'Arraing is Pic de l'Arraing nog ruim 300 meter stijgen, het pad gaat zigzaggend door de weiden omhoog. Er ligt een dood schaap vlak naast het pad. De nevel krijgt steeds meer de overhand. Soms lopen we volledig in de mist. De temperatuur is aangenaam zonder zon.
Op Pic de l'Arraing pauzeren we, echt uitzicht ontbreekt door de mist. Hier begint de kamwandeling van Pic de l'Arraing via Pic de Moussau en Col de Portet naar het hoogste punt van de wandeling: Pic de Sérau. We lopen echt over de kam. Links het dal van Le Lez, soms zichtbaar en mooi in het zonlicht. Rechts het dal van La Bouigane, praktisch de hele tijd in de mist. Er staan grote beukenbomen waar we tussendoor lopen, soms komt de zon erbij en dat geeft geweldige plaatjes met strijklicht. In de velden staan veel distels. De hommels zijn talrijk en druk in de weer maar wat bijzonderder is zijn de vele kolibrievlinders die zwevend bij de distelbloem de nectar winnen. Het pad gaat op en af, is soms onduidelijk maar toch ook gemarkeerd. Het laatste stuk naar het hoogste punt is nog het lastigst, hier staan veel distels en ook brandnetels. Bovendien is de Pic de Sérau helemaal onder gepoept door schapen. Ze staan dus niet altijd bij elkaar achter dat hek op Col de l'Arraing. We dalen af naar Col des Morères waar een huisje staat waar we zo in zouden willen trekken. Wat een rust hier. Op het vlakkere gedeelte liggen en grazen koeien, de dikke stier staat nog het dichtst bij het pad. We lopen dus even een paar honderd meter door om in dit stiltegebied te pauzeren. Rother weet over het algemeen wel waar de mooiste wandelingen liggen, dit is er zo een om niet te vergeten. Door de beukenbossen lopen we terug naar Col de l'Arraing, het is er bijna donker zo dicht is het bladerdak. In het open veld zijn de schapen losgelaten, ze worden gedreven door de Border die op zijn beurt wordt gestuurd door de herder.
Verderop zijn de gieren druk in de weer om dat dode schaap op te ruimen. Als we naderen vliegen ze er even bij weg, wat een enorme vogels zijn het.
Eerder op de dag waren het dus gieren die we zagen, het schaap was nog stervende waarschijnlijk. Kwestie van geduld denken de gieren. De laatste paar honderd meter afdalen zijn aangebroken, sommige wolken zijn dreigend donker van kleur, het contrast met het felle zonlicht dat plaatselijk de velden met lichtgroene varens verlicht is enorm. We maken er nog een hele serie foto's bij, wat een dag.
Watervallen.
Na een rustdagje gaan we weer voor langere tijd de bergen in. Het Réserve Domaniale du Mont Valier heeft vorige week indruk gemaakt, hier plannen we weer een ronde van een dag of drie - vier. We nemen eten mee voor vijf dagen. Als het weer het toelaat willen we de Mont Valier zelf ook beklimmen. Vanaf Refuge des Estagnous is dat 600 meter stijgen. Daar trekken we dan een aparte dag voor uit. We kunnen zelfs een dag wachten op helder weer. Bij de bergmeertjes bij Refuge des Estagnous zagen we vorige week meerdere tentjes staan, ons plan is om de uitrusting daar te laten staan en met minder bepakking de Mont Valier te beklimmen. Op de parkeerplaats Pla de la Lau op 950 meter hoogte is bijna geen plaats meer, we kunnen de California maar net kwijt. We klimmen steil door het dal van Rousseau de Peyralade omhoog. Het dal is weer prachtig, de watervallen Cascades des Echelles storten zich de diepte in en ons pad gaat er vlak langs. Een aardige Fransman zegt dat het verderop 'difficil' wordt maar dat het fantastische landschap het de moeite waard maakt. Boven de boomgrens grazen koeien, die zijn ietsje nieuwsgierig maar zonder problemen passeren we ze met Fay en Bliss aangelijnd. We willen niet dat de hondjes wegrennen en de koeien er achteraan gaan. Er stroomt veel water in het dal en de zijdalen. Dat was een beetje het probleem op onze eerste meerdaagse, daar konden Fay en Bliss niet overal drinken en wij niet vaak filteren. Hier is dat geen probleem. We stijgen door richting Col de Barlonguere en lopen inmiddels langs Rousseau de Barlonguere. Op 2100 meter hoogte vinden we het welletjes, water stroomt er nog genoeg. 1150 meter stijgen met volle rugzakken is ook wel weer prima.
In een omgeving met watervallen en schitterend berglandschap zoeken we een bivakplaats, helemaal vlak staan we niet. Met een bordje Real Turmat zitten we in de zon tot ie achter de bergen zakt, ook de temperatuur zakt meteen. Het is nog steeds onbewolkt, hopelijk volgt er een heldere nacht dan kunnen we weer sterren kijken want dat is hier schitterend.
Etang Long.
Na een heel koude nacht met aardig wat wind maken we ons op voor de route langs Étang Long. We breken de boel op, alles is kurkdroog door de wind, en klimmen naar Port de Barlonguère. Bij Cabane de Barlonguère meandert de beek wel heel fraai door het bijna vlakke landschap. Hier zijn bivakplaatsen in overvloed.
Hoog boven ons blaft een waakse Patou. Er staan schapen achter een hek, de Patou laat even horen dat ie ons heeft gespot. Aan de andere kant van het dal fluiten de bergmarmotten, ook zij hebben ons gezien. Het uitzicht boven op Port de Barlonguère is schitterend naar beide kanten. Het dal van Rousseau de Barlonguère waar we uit zijn gekomen ligt mooi in de ochtendzon. Wel zien we dat de kudde schapen met de Patous inmiddels in dat fraaie vlakke deel lopen bij Cabane de Barlonguère. Het dal van Étang Long lijkt met tegenlicht en de hoge bergen erachter bijna ontoegankelijk. We dalen af naar dat schitterende Étang Long en nemen een lange pauze én een duik in het meer. De bergen spiegelen fantastisch mooi in het meer, twee jaar geleden liepen we hier in de mist, wat een contrast.
Het pad langs Étang Long is deels met staalkabels gezekerd. Langs het meer staan ongelooflijk veel bloemen, onder andere Veldgentiaan, Gele Monnikskap, Geranium en Alpenanemoon. Fay en Bliss hebben niet veel hulp nodig, ze zijn erg handig en laten zich makkelijk sturen. Een paar meter omlopen bij zeer steile stukken gaat gemakkelijk. Een Belgisch gezin verontschuldigd zich voor het oponthoud. We moeten even wachten, de vrouw heeft het traject zonder rugzak gelopen omdat ze hoogtevrees heeft. We hebben vakantie en ruim de tijd. De afdaling naar Étang Rond is erg steil en ook weer deels gezekerd. Stap voor stap komen we altijd beneden, met zware rugzaken is het altijd lastiger en snel zijn we niet. Fay en Bliss hebben weer geen hulp nodig. Aan Étang Rond nemen we nog een korte pauze. Fay houdt van dit werk en zwemt een paar rondjes, gewoon omdat het kan. De laatste loodjes wegen vandaag ook weer het zwaarst, de klim naar Estagnous, waar een paar bergmeertjes liggen, valt ons nog best zwaar. Bij het eerste meertje staan een aantal koeien, bij het tweede vinden we een fantastische bivakplaats met privé waterval om water te tappen. De nevel trekt op uit het dal van Le Ribérot maar krijgt nog niet echt grip op onze bivak en de machtige Mont Valier erachter. Hopelijk is het morgenochtend wel helder als we deze gaan beklimmen. In de mist gaat het feest niet door. We zitten weer aan het meertje te eten, rond 20.00 uur zakt de zon achter de bergen.
De nevel is verdwenen. De visjes worden actiever en springen steeds op uit het water. Het watervalletje achter onze tent klatert onafgebroken door. Fay en Bliss liggen languit in het gras.... het ultieme buitenleven. We zetten de wekker vroeg, bij helder weer gaan we op tijd beginnen aan de klim naar Mont Valier.
Mont Valier.
De volgende ochtend is het fris en onbewolkt, tijd om te gaan. Met één rugzak gaan we op pad, gevuld met gore-tex kleding, drie liter water, drinkbakje voor Fay en Bliss, EHBO setje en wat versnaperingen voor ons en de hondjes. Het is een populaire bestemming, veel mensen gaan licht bepakt omhoog. Er zijn er die helemaal zonder rugzak omhoog gaan. Dat blijft toch wel een dingetje; 99 van de 100 keer gaat dat gewoon goed totdat je wel een pleister of verband nodig hebt of wordt overvallen door een fikse bui. Wij blijven erbij: nooit de bergen onderschatten of jezelf overschatten, of: beter mee verlegen dan om verlegen. Een deel van de route naar Col de Faustin is gezekerd met staalkabels. Echt nodig is het niet, beter mee verlegen dan om verlegen? Fay en Bliss lopen alles zonder hulp. We lopen de hele tijd in de schaduw, dat is heerlijk om te klimmen.
Op Col de Faustin op 2654 m. is het uitzicht al heel fraai, in het oosten in het tegenlicht van de zon zijn de bergen bijna zwart. Le Trou Noir heet de oostflank van Mont Valier, die doet zijn naam eer aan. Nog 200 meter naar de top over gemakkelijke bergpaden en we zijn al boven. Op Mont Valier is het uitzicht rondom geweldig, alle dalen die we gelopen hebben zijn te zien, ook de meertjes waar we liepen of sliepen liggen als donkere parels in het landschap.
Een uurtje ongeveer blijven we boven. Onze Garmin is uitgegaan, het lijkt erop dat ie deze klim niet heeft vastgelegd. "If it's not on Strava, it didn't happen". We nemen in ieder geval de afdaling weer op, de klim kunnen we er wel bij bedenken. De afdaling is al een stuk warmer nu de zon ook vrij spel heeft op de westhellingen. Nog een dik uur afdalen en we staan weer bij onze bivak. Als we die naderen twijfelen we even waar we het pad moeten verlaten. Bij Fay en Bliss is geen twijfel, die stappen resoluut van het pad en huppelen bergaf naar de tent... okay, daar staat ie dus.
De Garmin heeft 't spannend gemaakt maar op eigen houtje toch ook de klim opgeslagen. Aangezien deze dagtocht, of eigenlijk een halve dagtocht, niet heel zwaar was gaan we later op de dag nog een bivakplaats zoeken bij Étang Milouga. Morgen rest dan nog een afdaling naar Pla de la Lau. Eerst nemen we een lange pauze. Op het warmst van de dag doen we helemaal niets. We maken schaduw met de rugzakken en wandelstokken waar vooral Bliss dankbaar gebruik van maakt. Fay duikt net zo lief het meer in om af te koelen. Om vier uur 's middags beginnen we onze tocht naar dat fraaie Étang Milouga. Via Col de Pécouch, over het granietplateau en dan steil omlaag naar het meertje. Vorige week hebben we hetzelfde traject andersom gelopen. Aan de oever van Étang Milouga vinden we een plekje waar onze Hilleberg maar net kan staan. Het is windstil, het water is glad en de machtige Mont Valier spiegelt er schitterend in. Hoog in de bergen staat een kudde schapen. Het meer is zo diep dat het water zwart lijkt, zo nu en dan komt er een joekel van een vis uit de diepte naar het wateroppervlak. We zitten aan de waterkant tot zonsondergang. Een prachtige bivakplaats is het, onvoorstelbaar dat we vanmorgen nog op de Mont Valier stonden, dat lijkt vanaf het meer een onhaalbare top.
Frambozen.
Het blijft stabiel zomerweer, de laatste ochtend in de bergen is het wederom onbewolkt en windstil. De Mont Valier spiegelt wederom beeldschoon in Étang Milouga en pakt de eerste zonnestralen.
De etappe van vandaag gaat over hetzelfde traject als Pass'Aran. Een mooi dal en wandelpad hoog erboven. Eerst lopen we nog op de hoogte van de beek maar die duikt snel omlaag. Achterom kijkend lijkt de Mont Valier werkelijk een onneembare vestiging. Door het tegenlicht van de zon is de berg bijna zwart en torent overal bovenuit. Het is een en al steen en toch was de route op de berg nergens lastig. Ons pad gaat op en neer door mooi berglandschap naar Cabane Taus. Er is een bron bij de hut maar onderweg hebben Fay en Bliss voldoende water gescoord. Op de splitsing met de GR10 duikt het pad snel omlaag, deze hebben we vorige week nog geklommen maar de omstandigheden en de looprichting maken het een compleet ander pad. Afdalend richting Pla de la Lau naderen we de boomgrens, maar eerst oogsten we een handvol overheerlijke frambozen. In het bos is het de laatste kilometers aangenaam, de bomen en de wildstromende beek hebben een verkoelend effect. Bij La Maison du Valier nemen we een fijne maaltijd op het terras in de schaduw, Fay en Bliss slapen vrijwel meteen. Nu begint het nagenieten van deze toch wel heel geslaagde meerdaagse door Réserve Domaniale du Mont Valier.
De culinaire tip: Auberge des Deux Rivières in Pont de la Taulé.
Campings:
Camping Municipal La Grange, Sentein.
Camping Le Haut Salat,
Seix.
Camping Les Vignes,
Castillon-en-Couserans
Kaarten:
Aulus-les-Bains, Mont Valier
2048OT
Schaal 1:25.000
Couserans - Val d'Aran
Pyrénées 06
Schaal 1:50.000
Gids:
Rother Wanderführer Pyrenäen 2.
ISBN 978-3-7633-4308-9
App:
Locus Maps
De gelopen routes:
Vierdaagse bergtocht vanaf Lac de Bethmale naar Réserve du Mont Valier.
Dag 1.
[P] Étang de Bethmale 1074 m - Col de la Core 1395 m - Étang d'Eychelle 1894 m.
Dag 2.
Étang d'Eychelle 1894 m - Cabane d'Eychelle - Col de la Crouzette 2237 m - Cabane des Espugues 2110 m - Étang de Milouga 1959 m - Col de Pécouch 2462 m - Refuge des Estagnous 2245 m - Étang Rond 1936 m.
Dag 3.
Étang Rond 1936 m - (GRT) Cabane des Caussis - Cascade de Nérech - (GRT) op 970m over Le Ribérot- (GR10) Cabane d'Aouen - Cap des Lauses 1892 m - Cauret des Graues - Col de Crabère - Étang d'Ayes 1700 m.
Dag 4.
Étang d'Ayes 1700 m - Col de Auedole 1725 m - Col de la Core 1395 m - Étang de Bethmale 1074 m.
Dagtocht 1.
Rother Wanderführer Pyrenäen 2 nr. 50 met alternatieve afdaling.
[P] Coudouns D8F Aulus-les-Bains 790 m - Icharts - (GR10) Cascade d'Ars - (GR10) Cap de Pich 1548 m - (GR10) Cabane de Guzettou 1583 m - (GR10) Étang de Guzet 1500 m - (GR10) Plateau Souliou 1280 m - (gele markering) naar de D8F - Aulus-les-Bains.
Dagtocht 2.
Rother Wanderführer Pyrenäen 2 nr. 47.
[P] Balacet 925 m - Col de l'Arraing 1350 m - Pic de l'Arraing 1674 m - Pas de Moussau - Pic de Moussau 1675 m - Col de Portet 1614 m - Pic de Mardans- Pic de Sérau 1720 m - Col des Morères 1552 m - Col de l'Arraing 1350 m - Balacet 925 m.
Vierdaagse bergtocht in Réserve Domaniale du Mont Valier met klim naar Mont Valier.
Dag 1.
[P] Pla de la Lau 950 m - Cascades des Echelles - Rousseau de Peyralade 2150 m.
Dag 2.
Rousseau de Peyralade 2150 m - Cabane de Peyralade - Cabane de Barlonguère- Port de Barlonguère 2395 m - Étang Long 2130 m - Étang Rond 1950 m - Les Estagnous 2240 m.
Dag 3 deel 1 (klim Mont Valier)
Les Estagnous 2240 m - Col de Faustin 2654 m - Mont Valier 2838 m - Col de Faustin 2654 m - Les Estagnous 2240 m.
Dag 3 deel 2.
Les Estagnous 2240 m - Col de Pécouch 2462 m - Étang de Milouga 1959 m.
Dag 4.
Étang de Milouga 1959 m - Cabane Taus - GR10 - Pla de la Lau 950 m.
[ klik hier voor alle foto's op één pagina ]