" The dog lives for the day, the hour, even the moment "
Robert Falcon Scott

Spanje, Galicië, Costa da Morte, april/mei 2023


Camiño dos Faros. 
Costa da Morte (dodenkust) heet de kust in het uiterste noordwest puntje van Spanje. De ruige kust dankt zijn naam aan het feit dat er in het verleden veel schepen zijn vergaan op de verraderlijke kliffen. De vuurtorens moeten de schippers waarschuwen voor dit onheil. O Camiño dos Faros is een gemarkeerde wandelroute van acht etappes langs de zeven vuurtorens aan Costa da Morte: Faro Punta Nariga, Faro Roncudo, Faro de Laxe, Faro do Cabo Vilán, Faro da Barca, Faro Cabo Touriñan en Faro de Fisterra. De route loopt van Malpica naar Fisterra, of Finisterre; wat 'einde van de wereld' betekent. Finisterre is ook het officiële eindpunt van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. De Romeinen gaven de kaap deze naam, zij dachten dat dit het meest westelijke punt was van Europa en zagen hier de zon verdwijnen in de oceaan. Aanvankelijk was de route een privé project van vier vrienden, uitgegroeid tot de huidige bewegwijzerde route, die zoveel mogelijk de kustlijn volgt. De totale lengte is zo'n 200 km. Wat precies de status is en hoe de route er in de toekomst uit zal zien is niet duidelijk. De bedenkers zijn al 10 jaar bezig om er een officiële GR route van te maken. De Europese wandelvereniging is bereid er een 'Leading Quality Trail' van te maken. Ze worden echter tegengewerkt door de verschillende (overheids) instanties. Zo hebben ze bijvoorbeeld te maken met de xunta (de regionale regering), ministerie van milieu, de provincie, 9 gemeenten, verschillende bureaus voor toerisme, de bergsportvereniging, verschillende haven autoriteiten en nog een paar andere organisaties. Al deze clubs hebben er een mening over, maar al het overleg loopt uit op niets. De korte reactie van vereniging O Camiño dos Faros op onze vraag naar de status is: "It's a great route in the country of lousy politicians. Enjoy it!" Het is april 2023, traditiegetrouw vieren we Koningsdag niet in Nederland. Dit jaar kiezen we voor de Costa da Morte in Galicië, de groenste regio in Spanje. Dat is niet voor niets, er valt hier veel regen, het kan vooral 's winters erg onstuimig zijn aan de kust. Het is er een stuk koeler dan in en Spaanse binnenland, dat maakt wandelen hier veel aangenamer. De kans op wind en regen is natuurlijk wel veel groter met het zeeklimaat dat er heerst. De achtdaagse tocht, O Camiño dos Faros, stond al op de verlanglijst en staat nu echt in de planning. We willen hem lopen en tegengesteld fietsen door het binnenland. De originele etappeindeling laten we los, we knippen de route in elf of twaalf min of meer gelijke delen. 7-8 uur lopen en een uur of anderhalf terug fietsen is ons gek genoeg, waarschijnlijk is uitrusten in de vakantie er weer niet bij. Etappes 1 t/m 3 delen we op en 4 stukken. Etappe 4 lopen we zoals voorgesteld. Etappes 5 t/m 8 delen we op in tenminste 6 delen. 

Malpica - Punta Nariga. 
De eerste etappe start in Malpica. Traski, het blauw gemutste groene poppetje, mascotte van 'O Camiño dos Faros', staat fier aan de haven, hij markeert het startpunt van de wandelroute. De vissersbootjes in de haven van Malpica vragen erom gefotografeerd te worden, we blijven meteen even hangen. Als we dan echt beginnen lopen we easy over een breed aangelegd wandelpad naar Ermida de Santo Hadrian, een klein kapelletje. Lichte regen dreigt roet in het eten te gooien, maar het blijft bij wat miezerige neerslag zo nu en dan. We komen slechts een paar wandelaars tegen, het weer kan de oorzaak zijn. We zien een groene hagedis met een enorme afmeting, hij zou zomaar voor baby krokodil kunnen doorgaan. Na het kapelletje wordt het een echt bergpad naar Cabo San Adrian met zicht op de drie Sisargas eilandjes net voor de kust; Grande, Malante en Chica. Op het grootste eiland staat een vuurtoren. De kustlijn volgend lopen we naar het dorpje Beo. Hier heeft iedereen een grote waakhond, van achter hekken roepen grote honden de meest vreselijke dingen naar Reese. Stoïcijns voor zich uitkijkend passeert ze de erfhonden. 'Als ik ze niet zie, zien ze mij ook niet' is haar tactiek. Het is een afwisselende route. Naast baaien en strandjes lopen we ook langs gestapelde muren zoals we die kennen van bijvoorbeeld Wales. De hagelwitte zandstrandjes die we passeren zijn verlaten, meestal treffen we er niemand. De regen blijft uit en soms komt de zon er even bij. Op Praia de Seiruga steken we de Rego de Esteiro over, een serieus riviertje. Via de rotsblokken in het riviertje komen we vrij gemakkelijk aan de overkant. Reese doet gewoon een doorwading, dat is altijd verfrissend en ze kan weer bijtanken. Aan zoetwater stroompjes geen gebrek, dat is mooi voor Reese. Na Porto de Barizo, een klein haventje, volgen we een steil bospad met veel varens. Op de hellingen daarna staat de stekelige Gaspeldoorn, hij bloeit uitbundig geel en ze zijn talrijk, voor blote benen zijn ze minder aantrekkelijk. Het pad gaat op en af, we komen niemand meer tegen. Een eind voor ons loopt nog wel een stel met een Pinscher. Bij de vuurtoren op Punta Nariga staan onze fietsen. Het stel met de Pinscher lijkt hier ook te stoppen. Als wij nog even een rondje om Faro de Punta Nariga maken arriveert de taxi voor het stel met de Pinscher. Reese is jaloers; veel comfortabeler dan een fietskar en ook nog eens razendsnel. Dat laatste klopt in ieder geval, de fietsrit is pittig zwaar met een paar steile klimmetjes. In eerste instantie stelt Google bij intikken van 'Nariga' dan ook 'narigheid' voor, zo voelt de fietsrit soms ook.

Punta Nariga - Corme.
Etappe twee starten we bij de vuurtoren waar we gisteren stopten. We laten onze California achter in de hoop dat de ramen er nog inzitten bij terugkomst. De fietsrit wordt een uitdaging, dat hebben we wel gezien vanuit de auto. Het eerste strand dat we tegenkomen is Praia de Niñons, het pad er naartoe is ruig en de wandelsnelheid is niet hoog. Het strand is niet druk, er loopt één stelletje. Iets verderop ligt een veel kleiner strand, mooi verscholen tussen de opgaande bergwanden. We lopen, voordat we dat strand bereiken, door een eucalyptusbos met veel varens en Akelei, het is klam en vochtig, varens gedijen er goed. Op het kleine strand in de zon is het genieten van een broodje en koffie/thee. Horeca is er praktisch niet aan de route, deze etappe helemaal niets. Thermosflessen en broodjes in de rugzak dus en gaan. Het zijn echte bergpaadjes, bij tijd en wijle is het klauteren en we moeten regelmatig onze handen gebruiken. Reese is op vier pootjes duidelijk in het voordeel. Ze loopt altijd tussen ons in, maar op een heel steil stuk gaat 't haar te langzaam blijkbaar. Ze gaat voorop en neemt ons op sleeptouw. Het vervolgtraject is pittig met veel stijgen en dalen over echte bergpaden. Soms heel steil en ruig; fantastisch! We passeren een bizar landschap met veel groene planten waar zwarte takken bovenuit steken. Hier heeft duidelijk brand gewoed. Op alweer zo'n verlaten strand schuilen we even voor de regen. Zo wisselend als het landschap is zo wisselend is ook het weer; zon, wolken, neerslag, nevel.. het gaat alle kanten op. Het aanbod bloeiende planten is overweldigend, we zien onder andere Vingerhoedskruid, Koekoeksbloem, Affodil, Hyacint, Heide, Narcis, en Leeuwenbek; teveel om op te noemen. We passeren een bordje met het Traski logo van O Camiño dos Faros; er staat dat dit het punt is om een eventuele taxi te bellen, hierna is er geen bereik meer met de telefoon. We zetten onze tocht voort en passeren O Roncudo, een gehuchtje met meer ruïnes dan bewoonbare huizen. Heel fotogeniek en een prachtige locatie om te wonen lijkt ons. Er staat ook een fraaie horreo, een opslaghuisje voor graan. Horreos staan op pilaren met een platte steen zodat knaagdieren er niet in kunnen komen en bodemvocht niet optrekt. Ze zijn best talrijk in Galicië. Dan volgt er wederom een pittig traject naar Faro do Roncudo, het vuurtorentje op het meest westelijke puntje van deze uitloper. Het is al laat, vandaag wordt weer een enerverend dagje. We pauzeren toch even om van het uitzicht te genieten. De hoge golven slaan continu op de rotsen, hier kunnen we de hele dag wel naar kijken. Gelukkig kan dat ook op het grootste deel van de wandeling, de paden gaan soms hoog boven het water maar met een steile afgrond ernaast zijn de rotsformaties van de ruige kust en de golven van de oceaan die er onophoudelijk op beuken goed te bewonderen. 

Corme - As Grelas. 
Het begin van etappe drie gaat gemakkelijk het stadje Corme uit. Al snel wordt de verharde weg verruilt voor een aangenaam wandelpad met begroeide gestapelde muren. De gele Brem maakt het plaatje compleet. We passeren een strand met een mooi zoetwater stroompje, Reese kan weer bijtanken en een bad nemen. Het pad dat volgt biedt hetzelfde als gisteren, een echt bergpad, vaak steil, soms klauteren en altijd rustig. Er staat weer een grote verscheidenheid aan bloemen en planten. Het lijkt wel een Botanische tuin. Als je dit in je eigen tuin probeert na te bootsen wordt de boel overwoekerd door Zevenblad, Klimop en Kweek, hier is een natuurlijk evenwicht waar alle bloeiers tot hun recht komen, een weelderige bloemenzee waar menig hovenier een puntje aan kan zuigen. We zien een hazelworm en ook weer die grote groene hagedissen. Kleine hagedissen zijn er ook veel, maar die zijn echt minder indrukwekkend dan hun grote soortgenoten. Als we op een uitzichtpunt staan zien we als klap op de vuurpijl dolfijnen, een groepje van een stuk of vijf-zes, heel bijzonder en waarschijnlijk het hoogtepunt van de dag. Ze springen steeds uit het water. We vragen ons af of ze dat doen voor de wandelaars of dat er een andere goede reden is. Google helpt: springen kost minder energie dan zwemmen en ze kunnen zo zien of er gevaar dreigt. Aan de overkant van de baai ligt Laxe; daar lopen we morgen heen, hemelsbreed niet eens ver weg maar te voet nog best een tochtje. Op Praia de Balarés pauzeren we om in de zon de machtige golven te bekijken die het strand op rollen. Nog één serieus klimmetje komt eraan vandaag, daarna wordt het veel vlakker. Het is weer heel afwisselend, we lopen door duinlandschap met witte Duinrozen en gele Gaspeldoorn. Bij Ponteceso mondt de Rio Anllóns uit in de oceaan. We lopen over een houten vlonderpad- en later over een dijkje de laatste kilometer naar de brug over Rio Anllóns. Het is keurig aangelegd en helemaal vlak, meters maken dus. Dat geldt voor de gehele kustpad naar As Grelas, het wordt ons makkelijk gemaakt vandaag. Opvallend is wel dat aan het kustpad tot As Grelas de groene markeringen van O Camiño dos Faros ontbreken. Het kan niet missen, we volgen de waterlijn en hebben altijd nog de digitale kaart maar toch, hier en daar een bevestiging dat we goed lopen is prettiger. Op de fietstocht krijgen we weer een heel steil klimmetje voor de kiezen.

As Grelas - Laxe.
Op de vierde etappe verlaten we tijdelijk de kust voor een lus door het binnenland. We volgen de Rego dos Muíños stroomopwaarts. Langs de oever van het beekje staan ondermeer de witte Aronskelk en gele Lis. Verrassend zijn de tientallen ruïnes van oude watermolens. De restanten van stenen kanalen waardoor het water werd geleid naar de molens zijn deels nog intact en één geheel met de omgeving. De gebouwtjes zijn overwoekerd met allerlei planten en ook volledig opgenomen in de natuur. Aan water geen gebrek en Reese maakt er dankbaar gebruik van. We maken aan het eind van het dal van Rego dos Muíños een uitstapje naar de ruïnes van Castro de Borneiro, een nederzetting uit de ijzertijd. Het zijn niet meer dan cirkelvormige muren maar het geeft een goede indruk hoe klein men destijds woonde. Via rustige verharde landweggetjes lopen we door een paar gehuchten waarna we aan de klim beginnen naar uitzichtpunt Miradoiro de Monte Castelo. Het pad is anders aangegeven dan de digitale kaart, maar het kan niet missen. Bovenop de top kijken we uit over de oceaan en het stadje Laxe, waar onze fietsen staan. Onder het genot van ons meegebrachte lunchpakket observeren we vlinders die razendsnel achter elkaar aanvliegen. Als ze al even neerstrijken op een bloem laten ze zich niet fotograferen. Jammer want het zijn een paar bijzondere exemplaren. Het razendsnelle driehoekige model heeft iets weg van een Stealth vliegtuig, het zal wel net andersom zijn; de Stealth ontwerpers hebben waarschijnlijk naar de vlinder gekeken. De afdaling richting de oceaan gaat door het bos en later door een paar gehuchten met talrijke horreos. Nu volgt er een kustpad met een paar strandjes. Op het kleinste strand, Praia de San Pedro, pauzeren we weer. We spotten een dolfijn, althans, het kadaver ervan. Er is niet veel van over en de stank is niet te harden. Reese is het daarmee niet eens, ze wil toch even een stukje dolfijn proeven. Het eerste deel van het kustpad naar Laxe is rijk aan varens, iets te rijk want anders dan varens staat er eigenlijk nauwelijks. Het tweede deel is weer wat we gewend zijn; bergpaadjes met veel bloemen, fraaie uitzichten en steeds rechts de oceaan. 

Laxe - Arou.
De vissersbootjes in de haven van Laxe laten zich goed fotograferen voordat we koers zetten naar Faro de Laxe, de vuurtoren op het noordelijke puntje van het schiereiland bij Laxe. Het is dag vijf en we wandelen de originele etappe 4, onze 5e etappe. De etappe is relatief kort maar de fietstocht daarna is juist lang. Aan het kustpad staat de Hottentottenvijg, we hadden 'm al eerder gezien maar niet echt talrijk. Vergeleken met de Portugese Costa Vicentina zijn de aantallen nog steeds gering maar de woekerende bodembedekker krijgt ook hier voet aan de grond. De klim naar Petón do Castro is slechts 92 hoogtemeters, het gaat steil omhoog en het uitzicht is ondanks het geringe hoogteverschil formidabel. Het brede strand Praia de Soesto is nagenoeg verlaten, een wandelaar en 3 surfers zien we. We dalen af naar het strand, trekken de schoenen uit en wandelen door de branding het hele strand af. Sommige golven zijn hoger dan verwacht, een nat pak is het gevolg. In de zon strijken we neer om te drogen en te pauzeren. Bij het dorpje Traba nemen we het vlonderpad langs een vogelrijk gebied. Aan de rechterkant duingebied en links het meer Lagoa de Traba met nat landschap er omheen. Verderop passeren we een landschap met grote rode granietblokken. Het is zoeken naar markeringen en soms best klauteren maar indrukwekkend is het zeker. Op een keienstrand nemen we een tweede pauze om de krabben te observeren die ook klauteren over de keien. Er volgt dan nog de haven met vissersbootjes in Camelle en de laatste kilometers door gecultiveerd landschap en langs het haventje van Arou. Een fietsrit van 21 kilometer met 'zeer steile heuvels' heeft Google Maps nog in petto. In één van de gehuchten worden we aangemoedigd door een enthousiaste oude man. Ook de fietsrit kan dus nog toegevoegde waarde hebben in zo'n actieve vakantie.

Arou - Cabo Vilán.
Op dag zes zetten we onze fietsen op Cabo Vilán, waar vuurtoren Faro de Cabo Vilán staat. Vlakbij is ook Stolt Sea Farm, iets van een viskwekerij of zo, niet fraai in ieder geval. Er staan ook windmolens, die hebben we eigenlijk dagelijks gezien. Onze wandeling begint in Arou, al snel lopen we weer tussen de rode granietblokken, het doet ons denken aan de Côte de Granit Rose in Bretagne met één groot verschil; nu komen we nagenoeg niemand tegen. Via het uitzichtpunt Miradoiro de Punta Modeira, wat nog kan worden bereikt via de weg (we treffen er twee fietsers mét trapondersteuning) gaat de wandeling via heerlijke bergpaadjes naar het fotogenieke vissershaventje Porto de Santa Mariña waar enkele vissers druk in de weer zijn. Bootjes, netten, fuiken, kooien, touwen en boeien... allemaal fraai fotomateriaal. Daarna is het een verlaten landschap waar ons pad stijgend en dalend de een na de andere verrassende baai aandoet. Soms met een zandstrand, soms een diepe afgrond waar de golven in tekeer gaan maar altijd de moeite waard. Zo nu en dan krijgen we een spat regen, de zon verstopt zich achter de donkere wolken. We passeren een heus blokkenterrein, het is een echte bergwandeling. Het aantal foto's dat we maken wordt straks een probleem, sorteer er maar eens 100 uit 3000... bijna niet te doen. Het granietlandschap gaat abrupt over in grasland en later duinen. Bij Cimiterio dos Igleses pauzeren we, het regent inmiddels serieus en we gaan in gore-tex door. Het laatste stuk is niet het mooist, de route gaat over een zandweg maar daar wordt aan gewerkt. Als het dan moet regenen, dan hier maar, de pas erin naar de fietsen is ons motto. De fietsrit is wel weer bijzonder; we fietsen door afgelegen gehuchten en via gravel- en zandpaden door het bos en door de heuvels tussen de windmolens, soms is het heel erg steil. Gelukkig kan de gore-tex uit, het is droog en warm. Wat nou gravelbikes, vergeet die hype, koop gewoon het instapmodel hybride, hang er een fietskar achter en je komt overal. Morgen een rustdagje, iedereen is moe.

Cabo Vilán - Ponte do Porto.
Na de welverdiende rustdag beginnen we aan het vervolg van de toch wel indrukwekkende vuurtorentocht. Inmiddels zijn we dichtbij de camping, we hoeven niet ver te rijden. Onze fietsen staan in Ponte do Porto en we starten de wandeling op Cabo Vilán. Daar staat een behoorlijk pittig windje, Reese kan bijna niet rechtuit lopen. Vandaag krijgen we geen hele steile afgronden hopelijk, dat zou gevaarlijk kunnen zijn. De zuidwestelijke hellingen van Cabo Vilán worden gegeseld door de wind. Vandaag niet voor het eerst, er groeien weinig bloemen. Overwegend laag struikgewas staat er. Het brede pad, (gelukkig maar), loopt langs Ermida da Virxe do Monte, een klein klooster of zo. Letterlijk vertaald betekent Ermida kluizenaarschap. Verderop passeren we een ruïne en een kleine vuurtoren. Deze wordt niet meegeteld is de serie van 7 vuurtorens op O Camiño dos Faros. Fotogeniek is ie wel en dat geldt zeker voor de haven van Camariñas. Volgende bestemming is Trasteiro, een dorpje aan de monding van Rego de Trasteiro. We gaan helemaal om de baai heen, of Rías zoals dit soort fjorden hier worden genoemd. Rías zijn uitmondingen van rivieren door gletsjers ontstaan, onderhevig aan eb en vloed. De paden zijn meestal breed en gemakkelijk. We lopen steeds op zeeniveau, hoogtemeters maken we nauwelijks. In de bossen van Den en Eucalyptus staan vooral varens en Brem. Het pad loopt vaak langs- of tussen- gestapelde stenen muren, gecultiveerd landschap maar zeker niet verkeerd. Enkele verlaten strandjes passeren we, de wind maakt het niet echt aantrekkelijk om er een poosje op neer te strijken. Als we Ponte do Porto naderen gaat de route eerst nog door de gehuchten Dor en Allo, oude huizen, horreos, ruïnes, smalle straatjes en steegjes. Alsof de tijd hier heeft stilgestaan. Het binnenland van Galicië is vast ook mooi, wat we ervan zien op de fietstochtjes is de moeite waard in ieder geval.

Ponte do Porto - Os Muíños. 
Dag acht van elf zou dit worden, we hebben echter besloten er toch twaalf etappes van te maken. De laatste, aan het einde van de wereld, wordt dan een korte wandeldag met pakweg 12 km is de planning. Vandaag zal net als gisteren redelijk vlak zijn en we verwachten eigenlijk geen ingewikkelde trajecten. Porto de Cereixo is het eerste hoogtepunt met Muíño da Torre, een oude watermolen aan het eind van Río de Carnés, daar waar deze uitmondt in Río do Porto en begraafplaats Igrexa de Santiago de Cereixo. De omringende gebouwen, waaronder het 17e eeuwse Torres de Cereixo, en de horreos maken het plaatje compleet. Verderop de route in het bos is het warm en vochtig, wind staat er bijna niet. In het bos staat voornamelijk Den, Eucalyptus en Eik. Aronskelk, varens, Vinca en Brem doen het hier ook goed. Het pad wordt geflankeerd door alweer gestapelde muren begroeid met Hedera en Muurnavel, een wit bloeiend plantje. Bij de uitmonding van Río de Vilariño in Río do Porto ligt een scheepswrak wat erom roept gefotografeerd te worden. Reese heeft meer oog voor Río de Vilarniño, ze gaat er helemaal in. Naast verschillende riviertjes en zandstrandjes passeren we de meest uiteenlopende landschappen, kleine akkers, een ommuurd land waar paarden grazen, gehuchten, we vallen in herhaling maar het is echt heel afwisselend. In Os Muíños zijn twee mannen een gevel aan het reinigen, één van hen houdt ons staande om Reese water aan te bieden. Hij zoekt een drinkbakje en ze wordt op straat bediend, top! Het verrassende slotstuk is het pad langs de Río Negro met de restanten van een serie oude watermolens en een waterval. Reese vind 't geweldig, ze gaat kopje onder als ze zich opfrist, al was dat niet haar bedoeling.
De fietsrit terug is ook de moeite waard, een paar steile stukken maar ook de wandelroute deels overlappend in bijvoorbeeld het pittoreske dorpje Merexo. In Os Muíños worden we aangemoedigd door dezelfde man die Reese water aanbood, geweldig!

Os Muíños - Cuño.
Vanaf de camping in Leis kijken we al een dikke week op Muxía en Punta da Barca met Faro da Barca en Santuario de Nosa Señora da Barca; een stadje met een kaap, vuurtoren en een kerk. We hebben hoge verwachtingen van deze omgeving. Vandaag lopen we tot het gehucht Cuño, volgens de digitale kaart slecht een paar honderd meter van de wandelroute gelegen. De fietsrit is lekker kort, we snijden flink af door het binnenland omdat de wandeling een paar lussen maakt aan de kust. Via brede bospaden lopen we naar de haven van Muxía. Het is meer een jachthaven dan een vissershaven, het is daardoor net iets minder fraai dan wat we tot nu toe hebben gezien. Igrexa de Santa Maria de Muxía, het kerkje met en de vrijstaande klokkentoren zijn juist wel heel fraai. Vanaf de 68 meter hoge heuvel Monte do Corpiño is, ondanks de geringe hoogte, het uitzicht fantastisch.
De klim vanaf de kerk is steil, de afdaling aan de andere zijde is een geplaveid pad en loopt rechtstreeks naar de populaire Punta da Barca. Daar staan al aardig wat auto's geparkeerd en rondom Faro da Barca en Santuario de Nosa Señora da Barca is het druk. Een foto zonder toeristen is bijna onmogelijk. Er loopt een pelgrimsroute heen en ook dat is goed te merken. Het deel van Muxía naar Praia Lourido over de asfaltweg is niet geweldig, bij het strand verlaten we de pelgrimsroute en keren we terug op de rustige bergpaadjes naar de top van Monte Cachelmo. 174 meter hoog met een schitterend uitzicht op Muxía, Camariñas en Cabo Vilán, de kaap waar we dag zes in de regen liepen en dag zeven bijna van af waaiden. Nu is het heel rustig weer en helemaal helder. We dalen af en maken een uitstapje naar Praia Arnela, een klein verlaten strandje perfect voor een pauze. Het volgende hoogtepunt is de 164 meter hoge Monte da Buitra. Vanaf hier is ook Cabo Touriñan goed te zien, de volgende kaap met vuurtoren. Dat is de een na laatste voordat we het einde van de wereld bereiken. Zover zijn we nog niet, via eenzame bergpaadjes gaan we richting Cuño, we treffen slechts enkele vissers onderweg. Ze staan op de steile rotsen terwijl de kolkende oceaan tekeer gaat een tiental meters lager, het zijn echte waaghalzen. Bij Cuño is het bospad naar de fietsen niet te vinden, we lopen een kilometer om via een gravelpad en ontdekken dat we hier toch wel heel mooi onze komende rustdag kunnen doorbrengen vlak een de oceaan. 

Cuño - Nemiña.
Cabo Touriñan met de gelijknamige vuurtoren is de bestemming van vandaag. Via steile bospaadjes met hoge natte varens banen we ons een weg richting de kaap. Het heeft de hele nacht geregend. Op Monte Pedrouzo met een hoogte van 272 meter is het uitzicht weer geweldig. Het is helder en we zien Cabo Vilán in de verte en veel dichterbij Cabo Touriñan.
De afdaling naar Praia de Moreira is steil, op het strand treffen we een visser, een wandelaar en zo'n 50 meeuwen. Het vervolg gaat over bredere graspaden met gestapelde muren, de Kamperfoelie die erop groeit begint al te bloeien. In het veld is het overwegend geel en rose van de Gaspeldoorn en heide. Na een minder fraai stukje op asfalt lopen we over bergpaadjes het schiereiland rond en bij Faro Cabo Touriñan is slechts één ander stel. Wat een contrast met Punta da Barca. Het eilandje Illa Herboso wordt flink onderhanden genomen door de woeste oceaan. Tijdens onze lange pauze geeft het geen krimp, voordat het weggeslagen is zijn we wel een paar duizend jaar verder. De route gaat daarna vooral over brede graspaden, door glooiend landschap naar het mooie strand van Nemiña waar de fietsen staan. Een enerverend fietsritje staat ons te wachten, via een pad wat toch echt geen fietspad genoemd kan worden Google!

Nemiña - Denle.
Praia de Nemiña is het domein van de surfers. Ze liggen te wachten op de perfecte golf, dat het soms lang duurt interesseert ze ogenschijnlijk niets. Het is een manier van leven, op de parkeerplaatsen staan allerlei campers waar ze relaxed in en om hangen. Twee Fransen gebruiken zelfs een Opel Zafira als camper, het maakt ze allemaal niet zoveel uit. O Camiño dos Faros loopt hoog boven het strand van Nemiña waar we de heersers van de golven goed kunnen aanschouwen. D
aarna maken we een grote lus om het fjord van Lires; Ría de Lires. Het gaat snel en gemakkelijk. Het gehucht Vaosilveiro is erg fotogeniek, het pad daarna ook. Río de Castro is een serieuze rivier, mooi verscholen onder de bomen en op de oevers grote varens. Verderop in het bos staat iemand te flyeren. We moeten echt zijn restaurant in Lires bezoeken zegt ie. Het is goed te merken dat het toeristischer is in deze streek. De pelgrimsroute gaat hier langs, het aanbod bars en restaurants is veel groter hier. Aan de monding van Ría de Lires komen we weer op de rustige bergpaadjes. Het wordt steeds spectaculairder naarmate we het enorme strand, Praia de Rostro, naderen. Fervenza da Mexadoira, een bescheiden waterval, maakt het feestje compleet. Niet omdat het een grote is maar omdat de ligging uniek is. Voor ons ligt zeker twee kilometer strand, het aantal bezoekers is op één hand te tellen, hoe is het mogelijk. We gaan weer blootsvoets door de branding en weer halen we een nat pak. Ook Reese onderschat een golf, maar ze geniet van het koude water van de oceaan. Midden op het strand liggen twee scheepswrakken, er is niet veel van over, de golven breken er mooi op; tijd voor foto's. Via een paar uitzichtpunten lopen we de laatste kilometers naar Denle. Het landschap is geel en paars gekleurd door de Gaspeldoorn en heide. De Kamperfoelie is rijk vertegenwoordigd en bloeit soms al vrolijk mee. Asters staan vol in bloei en hier en daar staat een rode Orchidee. De oceaan gaat wild tekeer op de kliffen, het pad gaat soms heel dicht langs het randje, de afgronden zijn serieus diep, dit is het spectaculairste deel van vandaag. 

Denle - Faro de Finisterre. 
Nog een halve dag wandelen zijn we verwijderd van het einde van de wereld. De afsluitende etappe is met 12 kilometer lekker kort. We nemen wel ruim de tijd om de laatste dag nog volop te genieten van de vuurtorentocht aan deze fraaie kust. Een beetje huiverig zijn we wel voor 'Muxiaanse taferelen' bij Faro de Finisterre, het eindpunt van O Camiño dos Faros. Aangezien, net als in Muxía, ook hier een pelgrimsroute eindigt verwachten we drukte. Met een beetje pech lopen we in colonne het laatste stuk. Vanaf Denle is het misschien 300 meter over de weg wandelen, daarna zijn het weer de smalle paden waar nauwelijks iemand loopt. Het is helder, het schiereiland met Faro Roncudo en het eilandje Illa Herboso zijn duidelijk te zien in de verte. Reese haalt twee paar gitzwarte sokken op in een modderpoel midden op het wandelpad. Wij kunnen er omheen maar dat is niets voor ons hondje die gaat er door.
De steile kust met diepe afgronden is ook hier weer het spektakelstuk. Het strand Praia do Mar de Fóra is druk vergeleken bij wat we de afgelopen dagen hebben gezien. Zeker 3 stellen signaleren we en nog iemand met twee honden. We pauzeren héél lang, we hebben de tijd voordat we ons gaan mengen in de menigte. Op het zuidpunt van het strand stroomt een heel mooi beekje over de rotsen richting de oceaan. Een zeer idyllisch plekje voor pauze en een hondje dat badderen fijn vind. Verderop gaan we nog één keer omhoog naar Monte do Facho, met 241 meter boven de zeespiegel biedt dit punt nog eenmaal een weergaloos uitzicht op de gisteren- en eergisteren gelopen route. De laatste kilometers naar de zuidpunt van Cabo Finisterre komen eraan, van drukte is nog helemaal geen sprake. De pelgrimsroute volgt de verharde weg van Fisterra naar de vuurtoren, het kustpad van O Camiño dos Faros is gewoon rustig te noemen. Pas op de parkeerplaats wordt het drukker met als dieptepunt het souvenirs winkeltje met afgrijselijke prullaria én zeker vijf bordjes met een verbod op het maken van foto's.... alsof dat bij ons zou opkomen. Het toppunt van commercie is wel de toiletpapierautomaat waar je papier kunt kopen voor 20 cent per meter. Een foto van de vuurtoren zonder toeristen is mogelijk, eigenlijk valt het nog best mee, we hadden veel meer mensen verwacht. De conclusie is dan ook: het was een geweldige ervaring. O Camiño dos Faros is een prachtige afwisselende wandelroute; ruige kliffen, afgelegen baaien, verlaten zandstranden, idyllische dorpjes, heel veel riviertjes, uitdagende bergpaadjes en een rijkdom aan planten. Reese heeft alleen in de bebouwde kom aan de riem gelopen. Drinkwater is er voldoende, met enige regelmaat zijn er beekjes en riviertjes op de route. Het zal geen toeval zijn dat op de startpagina van O Camiño dos Faros een foto staat met een hond.


De culinaire tips:

Restaurant Villa de Oro in Camariñas
(met Bib Gourmand van Michelin)

Bar / Restaurant Alemana in Muxia.
(Pensión Rustica Alemana)


kaart1.png (231069 bytes)

Campings:

Camping Playa de Leis
Calle Leis, s/n, 15125 Leis de Nemancos, A Coruña, Spanje
.
Met schitterend uitzicht op de oceaan, zeer rustig gelegen. Alleen het geluid van de golven is hoorbaar, verder niets. 20 euro per nacht, maar de eigenaar vond 15 nachten à 20 euro te gortig en gaf 100 euro korting! In april/mei overigens de enige geopende camping in de buurt. 


Kaarten:

Digitale routes te downloaden op de site van O Camiño dos Faros.

Gids:

Rother Wanderführer Galiciën.
ISBN 978-3-7633-4428-4
(niet noodzakelijk, leuk ter informatie)

Apps:

Locus Maps met gedownloade gpx files O Camiño dos Faros.
Google Maps met de route van O Camiño dos Faros (via de site)


De gelopen routes.


Dag 1.
Malpica - Punta Nariga.
Malpica - Miradoiro de Canido - Fonte Navenllos - Miradoiro de Santo Hadrián - Cabo de Santo Hadrián - Beo - Seiruga - Praia de Barizo - Porto de Barizo - Faro Punta Nariga. 

Dag 2.
Punta Nariga - Corme.
Faro Punta Nariga - Praia de Niñóns - A Eiroa - Praia da Barda - Eiras - O Roncudo - Faro de Roncudo - Monumento aos Percebeiros - Corme. 

Dag 3.
Corme - As Grelas.
Corme - Rego de Corme - Praia de Ermida - Praia de Río Covo - Punta de Facha - Praia de Balarés - Sistema dunar do Monte Branco - Malesón do Couro - Ponte de Ponteceso - Ponteceso de Cabana - Mámoa - Praia da Urexeira - Sartaña - Cuncharedo - Cabana de Bergantiños - Os Pazos - As Grelas. 

Dag 4.
As Grelas - Laxe.
As Grelas - langs Rego dos Muíños - Castro de Borneiro - Vilaseco -Dolmen de Dombate - A Fontefria - Miradoiro de Monte Castelo - Arnela - Somonte - A Costa - As Carballas - Bosque de Taboído - Praia de Rebordelo - Praia de San Pedro - Punta do Cabaio - O Barro - OS Peñascales - Rego dos Cabales - Praie de Laxe - Laxe.

Dag 5.
Laxe - Arou.
Laxe - Miradoiro de Insua - Faro de Laxe - Furna da Espuma - Cemiterio de Laxe - Praia de Soesto - Praia do Castrillón - Arnado - Lagoade Traba - Mórdomo - Coido da Señora - Coido de Sabadelle - Camelle - Praia de Lagoa - Arou.

Dag 6.
Arou - Cabo Vilán.
Arou - Praia Braña de Lazo - Miradoiro de Punta Lobeiras - Praia de Area Lobeiras - Porto de Santa Mariña - Cementerio de los Ingleses - Praia de Reia - Parque Eólico do Cabo Vilán - Cabo Vilán. 

Dag 7.
Cabo Vilán - A Ponte do Porto. 
Cabo Vilán - Ermida da Virxe do Monte - Praia de Lago - Faro da Villueira - Portocelo - Punta do Castelo - Camariñas - Praia Lingunde - Trasteiro - Cobadiña - Praia do Ariña - Tasaraño - Dor - O Allo - Ponte do Porto.

Dag 8.
Ponte do Porto - Praia dos Muíños. 
Ponte do Porto - Porto de Cereixo - O Cimitero Novo - Rego de Vilariño - Praia Area Grande - Curuxido - Praia de Barreira - Faro do Lago - Praia do Lago - Merexo - Os Muíños - Río Negro - Praia dos Muíños.

Dag 9.
Praia dos Muíños - Cuño.
Praia dos Muíños - Chorente - Muxía - Igrexa de Santa Maria de Muxía - Monte do Corpiño - Punta da Barca - Praia Lourido - Cachelmo - Praia da Arnela - Monte da Buitra - Coído de Cuño - Cuño. 

Dag 10.
Cuño - Nemiña. 
Cuño - Coído de Cuño - Monte Pedrouzo - Praia de Moreira - Faro Cabo Touriñan - Talón - Praia de Nemiña. 

Dag 11.
Praia de Nemiña - Denle.
Praia de Nemiña - Vaosilveiro - Lites - Praia de Lires - Acantilados de Lires - Cantís da Mexadoira - Fervenza da Mexadoira - Praia de Rostro - Punta do Rostro - Monte do Castelo - Denle.

Halve dag 12.
Denle - Faro de Finisterre. 
Denle - Monte Veladoiro - Praia do Mar de Fóra - A Insua - Monte do Facho - Miradoiro de Solpor - Faro de Finisterre.

 

[ klik hier voor alle foto's op één pagina ]